1.2

Geeft duidelijke richtlijnen aan anderen en stelt duidelijke gedragsnormen vast. Delegeert werk op een correcte en eerlijke manier, terwijl anderen ook motiveert en machtigt. Biedt mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling en coacht anderen. Trekt hooggekwalificeerd personeel aan.

2.1

Communiceert proactief in het team en raadpleegt en luistert naar anderen. Toont interesse en medeleven voor anderen, biedt zowel steun als zorg. Past zich gemakkelijk aan het team aan en draagt actief bij aan de teamgeest.

3.1

Onderhoudt goede relaties met klanten en personeel op alle niveaus, en bouwt ook uitgebreide netwerken op (zowel intern als extern). Kan conflictsituaties aan. Gebruikt humor op de juiste manier om verbindingen met anderen te verbeteren.

3.2

Maakt een solide persoonlijke indruk op anderen en bereikt duidelijke overeenstemming en betrokkenheid met anderen. Presenteert eigen ideeën en die van anderen. Gebruikt politieke processen effectief om anderen te beïnvloeden en te overtuigen.

5.2

Presenteert nieuwe ideeën, benaderingen en inzichten. Ontwikkelt vernieuwende producten of ontwerpen en produceert een breed scala aan oplossingen voor problemen. Benut kansen om de organisatie te verbeteren en ontwikkelt effectieve initiatieven voor verbeteringen.

6.1

Formuleert duidelijk doelen en targets, waarbij de benodigde middelen worden geïdentificeerd en georganiseerd. Plant ruim van tevoren, rekening houdend met veranderende omstandigheden, en zorgt ervoor dat deadlines worden gehaald.

6.2

Richt zich op de behoeften en tevredenheid van de klant en bereikt consequent projectdoelen. Stelt hoge normen voor kwaliteit en kwantiteit, terwijl de productiviteit wordt gecontroleerd en gehandhaafd. Werkt op methodische, ordelijke en systematische wijze.

6.3

Volgt instructies van anderen zonder onnodig hun autoriteit uit te dagen. Volgt procedures en beleid, terwijl hij zich houdt aan planning en planning. Komt op tijd op vergaderingen en op het werk. Toont betrokkenheid bij de organisatie en respecteert wettelijke verplichtingen en veiligheidsregels.

7.2

Werkt productief in een stressvolle omgeving, terwijl een positieve kijk op het vereiste werk wordt behouden. Beheerst emoties in moeilijke situaties en balanceert privé- en werklevens. Gaat goed om met kritiek en leert ervan.

1

Beheerst de competentie niet

2

Begrijpt de competentie, maar kan deze niet interpreteren en toepassen zonder ondersteuning

3

Beheerst de competentie en kan deze zonder ondersteuning toepassen

4

Beheerst de competentie en kan deze zonder ondersteuning toepassen en interpreteren

5

Beheerst de competentie, kan de kennis overdragen aan collega's en hen begeleiden